Weer naar huis

19 december 2021 - Boerakker, Nederland

Nu ik dit schrijf, ben ik alweer thuis. Met dit weer en de harde lockdown in aankomst, kan ik niet zeggen dat ik daar echt blij mee ben. Twee keer terugkomen van een reis in een lockdown. Het lijkt wel een traditie te worden. Ik hoop het niet.

Maar terug naar vorige week. Na het skiën was het tijd om mijn moeder en Rikus op te halen. Die waren met de trein gekomen, zodat we aan het einde van de week samen terug zouden kunnen rijden. Na twee uur rijden stond ik te wachten bij het station. De trein was wat laat dus ik bleef maar wachten. Totdat mijn moeder belde waar ik nou stond want ze konden me niet vinden. Nou bij het verkeerde station natuurlijk. Ik vond het al zo klein, maar had niet bedacht dat zo een klein stadje als Bled meerdere stations zou hebben. Nou wel dus. Gelukkig niet ver. Ons huisje lag tussen Bled en Bohinj in. Bled is de bekendste toeristenstrekpleister van Slovenië, maar ik had al vaker tijdens mijn reis gehoord dat Bohinj eigenlijk veel mooier was. Dus tussenin konden we ze mooi allebei bezoeken. Eenmaal in het huisje aangekomen, kregen we van de eigenaar Schnapps. De Sloveense Vodka. Maar met nog een kater van de dag daarvoor heb ik maar even overgeslagen. Zo lekker is het trouwens ook helemaal niet.

De volgende dag zijn we naar Ljubljana gegaan. Ik was er al een keer geweest, maar nu was er ook een kerstmarktje. Helaas zijn alle kraampjes op de kerstmarkten daar hetzelfde: kraampjes met honing, kraampjes met allemaal precies dezelfde mutsen en handschoenen en kraampjes met zuurstokken. Daar ben je dus wel gauw op uitgekeken. Gelukkig was ik nog niet in het kasteel geweest en was de hele stad erg mooi verlicht in het donker. Alles was in kerstsfeer en er liepen heel veel mensen over straat.

517175C0-20D6-49B1-8E69-B30402C44515D2F6CF8A-A138-4244-BA8E-34FFBD5B2317

De dag daarna zijn we naar het meer van Bohinj geweest. Dit is het grootste meer van Slovenië en ook heel erg mooi! Met alle sneeuw en de bergen op de achtergrond was het zeker een bezoek waard. Dat was een goede tip dus. Daarna zijn we ook nog naar het meer van Bled geweest. In het midden is een eilandje met een kerk er op. Dat is zo een beetje het bekendste plekje van Slovenië, maar eerlijk gezegd, na Bohinj helemaal niet zo interessant. We wilden nog een (ontzettend duur) roeibootje huren om naar het eiland te gaan, maar in het donker en met steeds hardere wind, dachten we daar toch nooit aan te komen. Dus hebben we (ik) maar heen en weer gelopen om precies op het goede plekje tijdens precies het goede moment van de zonsondergang te staan, om er uiteindelijk achter te komen dat dat aan de andere kant van het meer was. Ach ja. We hebben toch nog een leuk rondje gelopen.

C815D286-5129-4C52-93DE-53242CAF470997E715E6-47E8-4A00-B34C-8149245D4E309E0BDE81-1268-4E96-8EB2-CD3F2F07C6EB27DD3C08-2734-4259-A669-4A4411189D9B

Toen ik in de zomer in Slovenië was, had ik me opgegeven om te gaan paragliden. Iets wat ik al heel veel jaar wilde doen. Paragliden is anders dan parachutespringen. In plaats van uit een vliegtuig springen, ren je van een berg af. Je begint dus veel lager, maar gaat langs de bergwanden naar beneden. Maar helaas werd het in de zomer gecanceld omdat er kans op regen was. Poging twee dus. Want als er iets mooier is dan over de groene bergen en bossen te vliegen, is het natuurlijk wel over de witte bergen en bossen met een meer er tussenin. Boven Lake Bohinj. Het bedrijf waarnaar ik belde vertelde me dat ik de enige toerist was die in de winter wilde paragliden. Die vraag hadden ze nog nooit gehad. Maar het kon prima, dus een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Ik ging met een man naar boven naar een skiresort waar het plateau was waar we af moesten rennen. Op bijna 1700 meter hoogte. Daar moesten we wachten tot de mist beneden wegtrok, zodat we konden zien waar we konden landen. De mist was niet dik zei hij, dus dat moest in een half uurtje wegtrekken. Helaas werd een half uurtje drie uur. Het was maar een dunne laag mist, maar omdat de zon zo zwak was ging het maar niet weg. Gelukkig was er een piste dichtbij met een restaurant waar ik kon plassen en apfelstrudel kon kopen. Ook sprak mijn 'piloot' prima Engels en deelden wij interesse in Harry Potter en LOTR, dus hadden we genoeg gespreksstof. Na drie uur leek het wat minder te worden, dus gingen we klaarstaan. Van te voren had hij al uitgelegd dat we 20 km moesten rennen om van de grond te komen omdat het windstil was. Dat moesten we ook echt halen, voordat de berg ophield natuurlijk, dus dat was best spannend. Ik was helemaal niet zenuwachtig totdat we helemaal vastgeknoopt stonden te wachten op het moment dat de wind in de juiste richting blies. Toen vroeg ik me wel even af waar ik aan begonnen was. Maar gelukkig duurde dat moment maar kort, want al snel hoorde ik RUN RUN achter me. Dus rennen. FASTER FASTER maakte het wel even spannend, maar twee meter voor het einde van de berg gingen we dan echt de lucht in. Heel raar gevoel! Net alsof je in een schommelschip zit en alle kanten op gaat. Maar echt geweldig! Over de bomen en over de mist. Ik zag nog een soort hert op een top van de berg, maar toen was het tijd voor wat trucjes omdat we zo lang hadden moeten wachten. Maar na een kwartier vliegen kwamen we alweer aan bij het landingsveld. Normaal vlieg je wat langer, maar terwijl we in de lucht waren trok de mist weer dicht, waardoor het landingsveld bijna niet meer te zien was. Achteraf vertelde hij ook dat hij het wel even spannend vond toen hij het niet meer zag, maar gelukkig had ik niets in de gaten. Toen we eenmaal de mist in zakte was het wel onmogelijk om de grens te zien tussen de lucht en de sneeuw. Het ene moment rende ik in de lucht en het volgende moment probeerde ik te rennen in een halve meter sneeuw. Helaas zonder succes en kwamen we zoals voorspelt languit op ons gezicht in de sneeuw terecht. Gelukkig is sneeuw zacht. Maar wel koud. Zeker een ervaring die ik iedereen zou aanraden! Het paragliden dan. Niet per sé het sneeuwhappen.

1C51A544-D6DE-46D4-AFD4-BD8EE9C539D54F4A0D0C-B0B7-4720-B662-7CA7B41E0743

En toen was het alweer de laatste dag van mijn Slovenië-reis. Wat is dat snel gegaan! Vlakbij ons huisje was er een pad wat normaal voor tractoren is, plat gemaakt. Dit pad was 2,7 km en ging recht de berg op. Speciaal om te sleeën. Deze kans konden we natuurlijk niet verloren laten gaan, dus mijn moeder en ik met een slee op de rug de berg op. De hele 2,7 km, want halverwege beginnen is voor watjes. Maar na een barre, lange tocht hadden we dan toch eindelijk het beginpunt gehaald. Ik moet toegeven, we moesten even oefenen. Vooral omdat we met twee volwassenen op een houten slee zaten zonder enige vorm van stuur of rem. Maar nogmaals, gelukkig is sneeuw zacht. Maar dan denk je dat je als twee volwassenen alleen op de berg aan het sleeën bent en dan komt er opeens een oude man met slee op de rug langs gelopen naar de top. Compleet in legeruniform. Hij leek niet echt blij om ons te zien. Waarschijnlijk zag hij ons als obstakel of als losers, want tien minuten later kwam hij ons op weg naar beneden langs geracet om even te laten zien hoe het moest. Wij waren dus wel even op onze plek gezet. Maar oefening baart kunst en aan het einde van de 2,7 km vielen we nog maar elke twintig meter in plaats van elke twee. Dat noem ik vooruitgang. En een ervaring die ik vermoedelijk nooit meer mee ga maken.

1C8D0EE1-55AF-424C-8E88-FF23E94510BE

Die avond gingen wij om half tien rijden. Wij zijnde Rikus en ik, want mijn moeder is nachtblind. Nog even met een omweg naar Polen voor Rikus' bedrijf en vrijdagochtend weer verder. Nu ik dit typ zit ik weer thuis op de bank. Blog schrijven als uitstelgedrag van uitpakken en opruimen. Ik moet zeggen, na de aankondiging van weer een volgende lockdown vraag ik me toch wel af wat ik hier weer doe. Ik ben de prachtige natuur van Slovenië en de super aardige mensen toch wel erg gaan waarderen en na al die weken sneeuw, is Nederland toch ook wel kaal en lelijk. Dus snel op naar de volgende reis. Hopelijk tot dan!

Foto’s